Gastblog door slaapexperte Lise Dullaerts van @debabyslaapcoach
Veel jonge ouders vinden inspiratie in een bepaalde filosofie of methode om te integreren in de eigen ouderschapsstijl. Het is fijn om houvast te hebben en te weten dat anderen dezelfde visie op het ouderschap delen. Eén van die methodes is de montessorimethode, die de laatste jaren sterk aan belangstelling won. De methode werd ontwikkeld door Maria Montessori (Italiaanse arts en pedagoge) en kent haar oorsprong in het onderwijs. In wat volgt bespreken we de basisprincipes van de montessorimethode, maar we geven graag mee dat geen van deze principes een ‘must’ zijn. Jouw gevoel als ouder blijft leidend voor wat best werkt in jullie unieke gezin. De wereld van het ouderschapsadvies is er één vol ‘ruis’ en je hoort best wat je eigen hart zegt als je die ruis durft uit te schakelen…
Slapen vol zelfvertrouwen
Maria Montessori legde de nadruk op onafhankelijkheid en het intrinsieke verkenningsvermogen van een kind. Daarbij stemde ze het onderwijs af op het ontwikkelingsniveau van het kind. Doorheen de jaren vonden de montessoriprincipes hun weg naar het opvoeden van kinderen in de thuissituatie.
Slaap is een belangrijk onderdeel van opvoeden. Montessoriprincipes over de slaap van kinderen leggen de nadruk op het bevorderen van onafhankelijkheid, het respecteren van de natuurlijke ritmes van het kind en het creëren van een omgeving die uitnodigt om te slapen en bevorderlijk is voor een goede nachtrust.
“Leer mij het zelf te doen”
Het uitgangspunt van de montessorifilosofie is dat een jong kind een natuurlijke, noodzakelijke drang tot zelfontwikkeling en ontdekking heeft. Het is uit zichzelf gemotiveerd om te leren.
Ouders moeten de behoeften van een kind begrijpen en daarop inspelen door de juiste omgeving en materialen aan te bieden. Die geven een kind de ruimte om zelf(standigheid) te leren.
Montessori basisprincipes voor slaap
1. Respect voor de natuurlijke ritmes van het kind:
Montessori erkent het belang van het respecteren van de aangeboren ritmes en biologische behoeften van het kind. Observeer je kind in plaats van rigide schema’s op te leggen en reageer op de slaapsignalen van je kleintje. Die signalen zijn onder in de ogen wrijven, geeuwen of drukker worden. Laat je kleintje zijn eigen slaap-waakcyclus ontwikkelen, wat een gevoel van autonomie en zelfregulering bevordert.
2. Onafhankelijkheid bevorderen:
Montessori moedigt de ontwikkeling van onafhankelijkheid en zelfvoorziening aan, vanaf de kindertijd. Dat betekent niet dat Montessori pleit voor dwangmatig zelfstandig slapen voor jonge baby’s en kinderen. Montessori gelooft erin dat een kind kan deelnemen aan de slaaproutine, zoals het zelf kiezen van een pyjama of een verhaaltje voor het slapengaan. Je kan proberen je kleintje aan te moedigen om zelfstandig in slaap te vallen, door aanwezigheid, geruststelling en ondersteuning te bieden.
3. Zelfregulatie-technieken aanmoedigen:
Montessori bevordert de ontwikkeling van zelfregulerende vaardigheden vanaf jonge leeftijd. Moedig je kleintje aan om een troostobject te gebruiken, zoals een favoriete deken of knuffel(doekje). Verken rustgevende technieken zoals neuriën of ritmische diepe buikademhaling samen met je kleintje. Laat je kleintje de zelfregulerende methoden oefenen om veerkracht en emotionele regulatie te bevorderen.
4. Consistente routines:
Consistentie is de sleutel in Montessori-slaapaanpak. Zorg voor een voorspelbare bedtijdroutine die je kleintje laat weten dat het tijd is om tot rust te komen en zich voor te bereiden op de slaap. Die routine kan rustgevende activiteiten omvatten, zoals een warm bad, rustig spelen, de dag navertellen of een verhaaltje voor het slapengaan lezen. Zo ontstaat een gevoel van veiligheid en structuur.
5. Een rustige slaapomgeving creëren:
Montessori benadrukt het belang van het creëren van een vredige slaapomgeving die ontspanning en een goede nachtrust bevordert. Dim de lichten (gebruik warm/rood licht), minimaliseer lawaai en afleiding en zorg voor een comfortabele kamertemperatuur (16-18°C). Creëer een serene sfeer die je kleintje helpt slaap te associëren met comfort en veiligheid.
6. Omgeving voorbereid en aangepast aan het ontwikkelende kind:
Bied je kleintje een zorgvuldig aangepaste slaapomgeving aan om onafhankelijkheid en verkenning te bevorderen. Creëer daarvoor een eenvoudige, overzichtelijke ruimte zonder afleiding. Binnen het montessoriverhaal gebruikt men vaak een ‘vloerbed’ in plaats van een spijlenbedje of ledikantje. Dat is een bedje laag tegen de grond, waar je kleintje zelfstandig in en uit kan.
De motivatie om voor een vloerbed te kiezen, stamt uit de ontwikkelingspsychologie.
Je merkt zelf dat je kindje steeds mobieler wordt.
- Vanaf zo’n 4-6 maanden is een jonge baby in staat om te rollen en de ruimte om zich heen te ontdekken.
- Rond 6-8 maanden gaan kinderen zitten en kruipen. Die vaardigheid ontwikkelen ze om zich in de wereld te kunnen voortbewegen en zelfstandig op ontdekking te gaan.
- Vanaf 8-12 maanden trekken kinderen zich recht. Rond die leeftijd komt scheidingsangst de kop op steken en kan het zijn dat een kind meer nabijheid en troost nodig heeft.
- Na 12-14 maanden gaan de meeste kinderen stappen.
- Rond 15, 18 en 24 maanden stijgt de nood naar autonomie en controle over de eigen situatie. Dat kan slaap uitdagender maken.
Een tegenstrijdigheid om even bij stil te staan: overdag zijn we als ouders heel fier op de motorische en emotionele ontwikkeling van onze jonge kapoenen. Maar ’s avonds zijn we moe en willen we dat al die spannende ontwikkeling even stopt, zodat we zelf kunnen slapen. Maar het jonge baby- en kinderbrein werkt op een heel andere manier. Een kind wil de nieuwe vaardigheden te allen tijde kunnen oefenen. Dat kan moeilijker zijn in een spijlenbedje en net zorgen voor langer wakker blijven.
Ouders krijgen vaak het advies om hun kindje niet voor 2,5 of 3 jaar te verhuizen naar een peuter- of vloerbedje. De redenering is dat het voor een peuter of jonger kind te aanlokkelijk zou zijn om telkens uit bedje te kruipen. Een jong kind zou volgens die gedachtegang een veilig gevoel hebben in het spijlenbedje waardoor het niet uit het bedje wil klimmen.
Als we deze filosofie volgen, houden we niet volledig rekening met de motorische en emotionele ontwikkeling van een opgroeiend kind. Veel heeft ook te maken met het temperament van een kindje. Vele kinderen voelen zich inderdaad fijn en veilig in een spijlenbedje. Maar er is ook een groep kinderen die zich net onveilig voelen in een spijlenbedje. Een paar voorbeelden:
- Een kruipertje dat het bedje stilaan te beperkt vindt en op ontdekking wil gaan.
- Een baby die zich begint op te trekken en steeds aan de spijlen gaat rechtstaan, maar niet weet hoe veilig terug te gaan zitten.
- Een stappertje dat het niet fijn vindt om opgesloten te zitten en niet te kunnen stappen.
- Een klim en klauteraar die probeert uit bed te klimmen.
- Een kind dat door een periode van scheidingsangst gaat en liefst zelf naar je toe wil kunnen komen.
- Bij een stijgende nood naar autonomie, kan het 'gevangen' gevoel van een klassiek bedje ervoor zorgen dat je peuter meer weerwerk biedt bij het slapen gaan.
Wanneer is het tijd voor een vloerbedje?
Weet dat niets in het ouderschap zwart-wit is, ook niet de keuze voor wel of geen vloerbedje. Het belangrijkste is om goed te kijken naar de noden van je kleintje en daarop in te spelen. In deze gevallen kan je een vloerbedje voor je kindje overwegen:
- In principe kan een baby van bij geboorte te slapen gelegd worden op een vloerbedje. Dat kan al dan niet met een opstaande wand rond het bedje. Ook een co-sleeper, veilig samen slapen of een wiegje kunnen fijne opties voor jullie gezin zijn.
- Voor baby's die nooit in een spijlenbedje en/of co- sAlleleeper geslapen hebben, maar steeds bij de ouders, kan het lastig zijn om een spijlenbedje aan te bieden omdat ze die beperkte vrijheid niet gewend zijn.
- Voor jonge peuters (vaak vanaf 15 maanden, maar kan ook al rond 12 maanden) die meer nood hebben aan autonomie. Dit zijn vaak de jonge kinderen die het meteen op een brullen zetten als je ze in bed legt, maar wel relatief rustig zijn als je ze gewoon 'vrij laat' in hun eigen kamer, uiteraard met een ouder aanwezig.
- Voor de kleintjes die plots kunnen stappen en klauteren waardoor ze 'gesloten' kleine ruimtes maar niets vinden.
- Voor kindjes die steeds komen klem te zitten tussen de spijlen van hun bed of aanstalten maken om uit het bed uit te klimmen.
- Voor de peuter of kleuter die in een gewoon peuterbed slaapt, maar zich onveilig voelt, angsten vertoont en droomt over monsters onder het bed en in de kamer.
Door de montessoriprincipes toe te passen op de slaap van je kleintje, kan je als ouders de gezonde slaapgewoonten van je kleintje ondersteunen en tegelijkertijd de onafhankelijkheid, autonomie en emotioneel welzijn bevorderen.
Onthoud vooral dat elk kind uniek is, dus speel in op de individuele behoeften en voorkeuren van jouw kleintje terwijl jullie samen werken naar rustige nachten en zeemzoete slaap!